woensdag 9 april 2014

Het komt er bijna niet van om te schrijven. Salome is met onze kleine baby Gravin Angel naar Nairobi in Kenia. Salome loopt daar een Waldorfkleuterschool opleiding Een interessante cursus, die tien modules heeft van elk veertien dagen opleiding. We zijn erg blij met deze goede opleiding, maar het is een buitengewoon vermoeiende en kostbare reis. Tien keer de busreis van 30 uren heen en 30 uren terug met een onzekere bus. Wij hier thuis missen onze geliefde, als ze op reis zijn.
Behalve dat Johannes nu bij zijn vader woont, neem ik ook andere kinderen die extra opzicht moeten hebben op in mijn woonruimte. Influenza is het grootste probleem nu. De kindertjes zijn te warm, te koud, ze moeten naar de wc, ze moeten een nieuwe luier. Het neemt erg veel kracht. Maar wat doe je, ik heb dit leven gekozen en zal het moeten volbrengen. "Zoals men zijn bedje spreidt moet men liggen."
En de beloning van de vader te zijn van al deze fantastische kinderen is een godsgave.

dinsdag 4 maart 2014

De oorlog was over maar de ellende nog niet. De tijd na de oorlog was kennelijk een moeilijke tijd. Er was geen eten en vele mensen wisten niet waar ze heen moesten. Voor ons kleine familie was de enige oplossing om zo gauw mogelijk naar Nederland te gaan. We waren in een trein, weet niet waarheen. Mijn moeder had een katoenen bloemige jurk en MIO en ik hadden korte broeken met hengsels. Er stond een Japanse manspersoon in de deur opening, hij keek naar ons. Hij begon te huilen en zonk langzaam neer op zijn hurken. Ik vond hem zo zielig, waar dacht hij aan, waar ging hij heen? Ik heb nooit ook in mijn latere leven enige wrok of haat tegen Japanse mensen gevoelt. Ergens in mijn hart kan ik aanvoelen dat ook zij slachtoffers waren.
De reis naar Nederland ging verder met een vliegtuig. Een bommenwerper. Ik zat op schoot bij een manspersoon. Deze persoon moest overgeven en ik kwam wat afzijdig. Toen we in Sri Lanka landde kwam ik achter kisten/containers terecht waar ik in slaap viel. Er was rep en roer, Ewout was weg. Ik was helemaal niet weg. ik was inslaap gevallen.
Van Sri Lanka ging de reis verder met een vrachtboot. Van dit herinner ik me dat er op open zee een sloep aan kwam varen en er werd verteld dat het St. Claas was. Er was een geweldige herrie, zwarte mannen kwamen op dek en holde achter mensen aan, ze gooide stenen, of dat het pepernoten waren, en sloegen mensen met takken. Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe, was ik lief geweest? Ik voelde grote paniek, had te veel beleefd dat mensen ernstig geslagen werden.
Later op de reis kwam er nog een vreemde persoon aan boord, deze keer was het een man met een grote vork in zijn hand en wier en vissennetten over zijn lichaam. Neptunus, we waren bij de evenaar. Ik had gehoord, dat hier zeelieden gekielhaald werden. Ik kon bijna terug verlangen naar het Jappenkamp. Mijn moeder vertelde, dat het goede eten wat we nu kregen niet geaccepteerd werd door Ewout, hij kon alleen wat dunne soep naar binnen krijgen zoals hij dat uit het kamp gewend was.
Er was nog een zware storm bij Kaaphoorn. Maar uiteindelijk kwamen we toch in Nederland aan. Hier was het weerzien en uitbundig en droevig, Nederland was ook in een oorlog geweest en was nog niet van al de ellende hersteld. Opa en Oma waren  het doel van onze reis, hier konden we ons veilig voelen.

maandag 3 maart 2014

Het voelt belangrijk aan om het doel van mijn leven te vinden. (In de oorlog. In Indonesië. Nederland, proberen om te overleven op scholen. Een vriendin te hebben en te verliezen. Verliefd zijn en te trouwen. Kinderen krijgen en van ze te houden  Geld verdienen en geld te verliezen. In dit land en in dat land.) Maar wat is het doel van dit allemaal? Misschien ben ik in en 70-jaren crisis en probeer het doel van mijn leven te ontdekken. Herhaal misschien de crises van een 50-jarig persoon. Maar als ik over mijn leven denk, dan kan ik zien dat ik extreem tussen verschillende culturen en situaties terecht kom. Eigenlijk nooit helemaal thuis en aan de andere kant thuis in alle werelden.
Ben rijk geweest en arm geweest. In dure hotels geslapen en onder bruggen overnacht. Misschien is het doel van mijn leven om overbruggingen te bouwen tussen verschillende culturen, tussen verschillende opvattingen en werelden.
Herinner me hoe ik als 13 jarige jongen bij een adellijke familie op een feestje was uitgenodigd. Op dit feestje was ook prinses Beatrix. Het meeste ging goed, behalve dat ik in de nacht in het donker de wc niet kon vinden. Uiteindelijk dacht ik het gevonden te hebben, maar het bleek dat ik in een garderobe terecht was gekomen. De nood had geen wetten, en ik hoop dat men mij dit gebeuren heeft vergeven.
Thuisgekomen vroeg mijn moeder of ik me thuis gevoelt had in dit milieu. Mijn antwoord was "lieve moeder, ik heb me nergens zo goed thuis gevoelt als tussen deze mensen."
Nu woon ik in Tanzania. Zit aan mijn schrijftafel en voel me hier thuis, enige kinderen spelen buiten en zwaaien.  Ze hebben een andere kleur, ze spreken een andere taal, maar ze horen bij me en ik voel me thuis.

zaterdag 1 maart 2014

Ik werd in 1942 op Java in Indonesië geboren. Mijn vader welke een Indonesische moeder had en een Nederlandse vader, had in Nederland in Delft tot houtvester gestudeerd. En hij had nu een baan bij het boswezen in Djakarta.
Mijn moeder had ook een mengras relatie tussen Nederland en India. Van mijn geboorte heb ik geen bewuste herinneringen, ook heb ik geen verhalen gehoord van deze tijd. Wel heb ik begrepen dat de vooroorlogse tijd een goede tijd was voor Nederlanders in Indonesië.

1943 brak de oorlog uit. Het was de wereldoorlog, met Duitsland in het westen en Japan in het oosten. Japan zou Indonesië "bevrijden" van de Nederlandse kolonisatie. Het gaf een grote splitsing tussen de Indonesische bevolking. Vele Indonesiërs waren Nederland loyaal.
Japanse soldaten kwamen in duizenden op fietsen het land invaderen.
Ik geloof niet dat ze veel tegenstand ontmoette. Nederlandse mannen en Indonesische mannen met loyaliteit aan Nederland werden geïnterneerd in mannenkampen. Vrouwen en kinderen kwamen in civiele kampen terecht. Mijn moeder met haar twee zonen kwamen in bandoeng "jappen kamp". 

Mijn broer Jan Willem is twee jaar ouder als ik. Hij werd Mio genoemd. Mio is altijd een goede broer geweest voor zijn jonger broertje. Ik kan nog steeds zijn steunende hand op mijn schouder voelen.
Gedurende de driejarige gevangenschap, had Mio een ernstige ziekte met zwerende wonden in zijn liezen en oksels. Dit was moeilijk, aangezien we de hele periode met zijn drieën op een smalle brits woonde. Een gedeelte van deze brits werd in beslag genomen door een boom die daar groeide. Mijn moeder vertelde van een rat die in deze boom woonde en die door mijn moeder als ons huisdier werd beschouwd. Het moet een oneindig moeilijke tijd geweest zijn voor mijn jonge mooie moeder in zo oneindig moeilijke omstandigheden.
Mijn moeder vertelde dat er vrouwen waren die het voordeel zagen zich te prostitueren, maar dat de Japanse soldaten toch de vrouwen respecteerde die deze situatie weigerde.

Er waren verschillende bestraffingen. Stokken slagen, urenlange opstellingen in de hete zon, verhuizen van de barakken. De palen van de barakken werden laag afgezaagd en de hele barak verplaatst. Dus na elke verplaatsing was de hoogte verminderd. De inwoners moesten zich steeds meer bukken. Dagelijks moesten door een ieder een speciaal aantal vliegen gevangen woorden. Dit had tot resultaat dat de vliegen plaag begrenst werd, maar het was moeilijk voor een moeder met twee kleine kinderen het aantal vliegen die vereist was te kunnen vangen. Een ernstige straf was als een gevangene in een platen hut werd ingesloten. Deze hutten werden heet als in en oven en de dorst en ellende was ondragelijk. Het verhaal verteld, dat mijn moeder probeerde water naar deze gevangene te smokkelen. Maar met het grote risico om zelf ook ingesloten te worden. Achteraf vroeg men haar hoe ze het lef kon opbrengen om deze gevangenen te proberen te helpen. Het typisch antwoord van mijn moeder was "ja het was moeilijk, maar het was nog moeilijker om niet te proberen om te helpen".
Ik ben oneindig trots op mijn moeder!!!

We overleefde, en de bevrijding was in aantocht. Amerikaanse soldaten die het kamp binnen kwamen huilde bij de aanblik van de gevangenen.

donderdag 27 februari 2014

Ik maak een tochtje in de Dalla Dalla (lokale bus). Het is een VW busje met plaats voor 7 passagiers, maar in dit geval zijn er 24. Ik krijg twee kinderen op mijn schoot. De moeder van de kinderen begint een hapje te eten ook de kinderen krijgen te eten. Als ik ook gevoerd wordt heb ik geen armslag om me te verdedigen, dus eet ik maar lekker mee.Het voelt goed aan om zo volkomen geaccepteerd te worden. Ik word mr. Moyo genoemt, ons weeskinder hulp project heet Yatima Moyo kwa Moyo, wat Weeskinderen hart tot hart betekent.
Ben op weg naar huis in Matanana. Heb gewinkeld in Mafinga, het dichtstbijzijnde stadje.
Heb Westerlandse gasten op bezoek en we gaan wat extra lekker eten. Mischien kunnen we BBQ hebben met geiten- en varkensvlees.Deze gasten zijn uit Zweden, maar ik hoop er op dat ook betalende gasten uit Nederland zullen ontdekken dat men via ons een niet turistische inblik kan krijgen over Tanzania. Door het dorpsleven te beleven. Samen met de weeskinderen te zijn. Met leembouw te helpen en aktief te zijn met andere voorkomende karweien.

Heb in deze blogg de ambitie om over mijn leven te vertellen. Om te beginnen in 1942 in Indonesië en nu te volgen hoe het gaat met mijn eigen kinderen en de pleegkinderen die ik onder mijn hoeden heb genomen. 

Het is mijn ambitie om in dit vertellen totaal eerlijk te zijn, maar daar heb ik een problem, hoe kan ik met 100% eerlijkheid vertellen over een oneindig mooi meisje. Dit is niet goed in % te vertellen. Dus neem ik de vrijheid om een kunstzinnige toeslag van 20% toe te laaten (dwz 120% eerlijk). Ik wil het verhaal zo vertellen, dat het mij zelf ook inzicht geeft over mijn persoon. Ik heb mijn zwakheden en die moet ik onder oogen zien, Het beschrijven van die zwakheden kan mij alleen maar sterker maken.
Er zijn mensen die mij totaal niet kunnen waarderen. Maar gelukkig zijn er meer mensen die mij wél waarderen. Ik heb nu in mijn leeftijd van 71 nog steeds niet geleerd om me te begrenzen, en dat heeft goede en slechte kanten. Was ik werkelijk naar Tanzania gegaan om voor weeskinderen te zorgen als ik begrenzingen had aanvaard? Aan de andere kant heeft het feit dat ik me niet begrens mij ook in moeilijke situaties gebracht.


We zijn nu aangekomen in Matanana, een kleine wandeling naar huis, maar met 40 kg op mijn rug is het toch een vermoeiende wandeling. Een aantal kindertjes hebben ontdekt dat ik op weg ben. Ze komen me tegemoet hollend. Dit is de beloning voor mijn werk. De vreugde van het samen zijn is meer waard dan al het geld in de wereld. Een van de kindertjes is mijn zoon Johannes. Johannes is nu een dikke 2,5 jaar oud. Hij is mijn oogappel. Ik heb in mijn leven nooit een kind ontmoet die zo door een ieder geliefd is.Ik ben moe na de vermoeiende reis. Heb wel de kracht om Johannes te omhelzen, maar eigenlijk niet om alle kinderen uitbundig te begroeten. Johannes is hier niet tevreden mee, hij dwingt me om alle kindertjes op te pakken en te groeten.  Ze willen me allemaal helpen dragen. Ik heb geen keuze. Dit leven heb ik gekozen en moet er ook de konsekwentie van nemen.

dinsdag 25 februari 2014

Het donkere Afrika

Er is een donkere achtergrond in het wezen van Afrika. Niet voor niets spreekt men van donker Afrika. Witch craft is meestal negatief, en dat is jammer, want er is ook grote kennis van helende prozessen, kruiden en therapiën.

Enige voorbeelden: Salome weigert om sommige mensen naar onze nieuwgeboren baby te laten kijken. "Die persoon heeft een negatieve invloed en kan het kindje laten sterven".  Als iemand sterft woord er vaak een boosdoener aangewezen die men er van verdenkt dat die de oorzaak van het sterven is. Omdat de blanke niet in deze krachten gelooft, zegt men dat de blanke niet zo vatbaar is. Maar ook ik kan helemaal zeggen dat er niet som iets zit in negatieve inwerking van donkere krachten.

Ik ging met een ziek kindje naar een dokter met een goede opleiding. De dokter zei dat de oorzaak van de ziekte zwarte magie was.
Er is iemand gestorven en de meeste mensen gaan naar de begrafenis. Anders kan je verdacht woorden de oorzaak van het sterven te zijn.

Vanochtend was er een trommel boodschap dicht in onze buurt: een buurman was vannacht gestorven. De dag na zijn sterven is de begrafenis. Salome gaat naar alle begrafenissen. Ze zegt dat ze dat moet doen, anders komen de mensen niet naar har begrafenis. 

Voor kort geleden werd ik wakker gemaakt. Een vrouw stond huilend op de stoep. Ik moest komen, want haar man was ernstig ziek en moest naar het ziekenhuis. Toen ik daar met de auto aankwam waren er vele mensen die mee wilde naar het ziekenhuis. Ik zag de zieke en probeerde de familie er van te overtuigen dat deze persoon stervend was, en dat er geen nut bij was hem in de nacht naar het ziekenhuis te brengen. Maar het werd me duidelijk dat dat niet mogelijk was, want dan kon men verdacht woorden de oorzaak te zijn van de dood van deze man. Toen we aankwamen bij het ziekenhuis, weigerde de dokter zich te bevatten met deze stervende patiënt. Onderweg terug stierf de man en een hysterisch wenen brak aan. Het was nacht, het regende, de weg was bijna onbegaanbaar. En er was geen twijfel aan, dat ik in het donkere Afrika was!!!

zaterdag 22 februari 2014

Ik begin mijn levensverhaal te schrijven


Het process om mijn levensverhaal neer te schrijven is in gaande. Mijn vriend Maria Malva Linde heeft toegescheven dat ze deze text kan corrigeren en redigeren. Het idee is, dat ik in de tijd van nu schrijf, en vandaaruit terugblik op wat er in mijn leven is gebeurt. Het nu van dit moment is dat ik in Dar es Salaam ben. De opdracht is om een nieuw passpoort aan te vragen.

Was gisteren bij de vismarkt hier. Er was een rell aan de gang. Iemand had iets gestolen en deze persoon werd nu aangevallen door een mobb. Ik had er van gehoord, dat dit volkomen uit de hand kan lopen, maar was me er niet van bewust dat dit voor mijn ogen zou kunnen gebeuren. Het zag er eng uit. De man was gevallen en werd getrapt en geslagen. Dit gaat niet goed, iemand moet iets doen!! Ik rende er heen en ging over de "dief" staan, schreeuwde Politie, Politie. De aanvallers keken verbaasd naar deze vreemde blanke, die de partij van de dief nam. De stemming was geweldig gespannen en ik wist niet hoe lang ik de mensen op afstand kon houden. Gelukkig kwam er net op tijd een politie aan , deze politie was al eerder in de buurt maar werd nu door mijn reaktie aktief . Het was een enge belevenis, maar ik dank toch de goden voor een gebeuren dat een goed begin is voor mijn levensverhaal.